De aanleg van een kruidentuin is een gemakkelijke eerste stap op het gebied van zelf voedsel verbouwen. Je hebt er niet veel ruimte nodig, de kruiden vereisen niet al te veel tijd en aandacht en je kunt vrijwel elkgerecht (veel) smakelijker maken door toevoeging van wat verse tuinkruiden. Bovendien wordt steeds meer duidelijk dat verse tuinkruiden zeer gunstige invloed op je gezondheid hebben: een extra reden om ze te kweken en dagelijks te gebruiken.
Er zijn twee belangrijke uitgangspunten bij de keuze van de plek voor je kruidentuin: het moet zonnig zijn en het moet vlak bij de keuken zijn. Heeft je kruidentuin te weinig zon, dan zullen de kruiden niet goed groeien. Kies je een plek die (te) ver van je keuken afligt, dan zul je in de praktijk (vooral bij slecht weer) niet de moeite nemen voor een bosje verse tuinkruiden. Je kunt de kruiden kweken in een plantenbak of grote bloempot, in een verhoogd groeibed, in een kruidenperk of in een kruidenspiraal.
Kruidenspiraal
Een kruidenspiraal is het meeste werk qua aanleg maar geeft wel het fraaiste resultaat. Kenmerkend voor de kruidenspiraal is dat er uiteenlopende groei-omstandigheden worden gesimuleerd op een klein oppervlakte.
Bovenin de spiraal meng je zand door de aarde en plant je mediterrane kruiden die veel zon nodig hebben en tegen droogte kunnen zoals tijm, salie en rozemarijn. Midden in de spiraal is wat meer schaduw en vochtigheid, hier kunnen de makkelijke kruiden als oregano, basilicum, kervel, en kamille geplant worden. Onderin de spiraal zorg je voor een rijke grond met humus en eventueel een klein vijvertje. Hier plant je bieslook, lavas en peterselie. Woekerende kruiden zoals munt, citroenmelisse en dragon kun je beter in een aparte bloempot plantenomdat ze anders de hele kruidentuin zullen overwoekeren.