Stadslandbouw is de productie van voedsel binnen de stad of langs de randen van de stad. Het draait hierbij niet alleen om de productie van voedsel, maar ook om de verwerking van het voedsel en de distributie naar de consument. Stadslandbouw kent vele vormen: van een kruidenbak op een balkon tot een high tech kas boven op het dak van de supermarkt.
Kruidenbak
De meest eenvoudige en compacte vorm van ‘voedselvoorziening’ in een stedelijke omgeving is een kruidenbak. Veel ruimte is er niet voor nodig en vrijwel elk gerecht wordt een stuk smakelijker door toevoeging van wat vers geplukte kruiden. Bovendien wordt steeds meer duidelijk dat verse tuinkruiden ook een zeer gunstige invloed hebben op je gezondheid. Zelfs al heb je geen tuin of balkon, dan is er altijd wel een plekje op een zonnige vensterbank te vinden waar je wat verse tuinkruiden kunt kweken. En niet alle tuinkruiden hebben veel zon nodig: kruiden zoals bieslook, koriander, citroenmelisse, munt, oregano of peterselie kunnen goed gedijen op een wat meer schaduwrijk plekje.
Balkontuin
Heb je een balkon met minimaal 4 tot 5 uren zon per dag, dan kunt je groeibakken op je balkon plaatsen. Zo’n groeibak hoeft echt niet heel groot te zijn om toch al aardig wat oogst op te leveren. Vaak zal een balkon geen hemelwater ontvangen, daarom moet je zelf regelmatig water geven of zorgen voor een bewateringssysteem. Je kunt de balkontuin voorzien van een klein vijvertje met waterplanten en goudvissen. Met het water uit dit vijvertje kun je de planten water te geven: ze zullen dit voedingsrijke water meer waarderen dan kraanwater en daardoor nog beter groeien. Je kunt je balkontuin ook verrijken met een wormen-emmer waarmee je al je groente- en fruitafval omzet in hoogwaardige bodemvoeding en bodemverbeteraar. Meer informatie over de balkontuin is hier te vinden.
Daktuin
Heb je de beschikking over een dakterras, dan kun je daar ook een daktuin van maken. Het grote voordeel van een daktuin is dat je meestal meer dan voldoende zonlicht hebt en vaak ook een erg mooi uitzicht. Een nadeel van een daktuin kan zijn dat de wind vrij spel heeft: je zult om je planten te beschermen vaak een vorm van windkering moeten opnemen in het daktuinontwerp.
Geveltuin
Woon je in de stad op de begane grond, dan kun je een geveltuin aanleggen. In de meeste gemeenten wordt dit gedoogd of zelfs actief gestimuleerd (in Amsterdam Zuid bijvoorbeeld legt de gemeente kosteloos je geveltuin aan, het beplanten en het onderhoud moet je wel zelf doen). Zo’n geveltuin is niet echt geschikt om groente te verbouwen, maar je kunt er zeker wel (naast bloemen en sierplanten) meerjarige eetbare planten in zetten, zoals verschillende soorten bessen, frambozen of kersen. Heb je veel zon op je geveltuin dan kun je ook druiven planten, en zelfs vijgen.
Stadstuin
Heb je een eigen tuin, dan zijn de mogelijkheden nog groter. Wel zal in de stad de hoeveelheid invallend zonlicht vaak een beperkende factor zijn. Dit is op te lossen door de tuin slim in te richten en gebruik te maken van schaduwminnende planten.
Heb je zelf geen tuin, dan kun je ook op zoek gaan naar een verwaarloosde tuin in je directe omgeving en contact opnemen met de eigenaar/bewoner. Vaak is er wel een constructie te bespreken waarin je (een gedeelte van) de tuin beplant en onderhoudt in ruil voor (een deel van) de oogst: een ultieme vorm van ruileconomie.
Buurtmoestuin
Heb je zelf geen balkon of tuin, dan kun je altijd nog een buurtmoestuin initieren. In vrijwel elke stad is wel een braakliggend of verwaarloosd terrein te vinden dat omgevormd kan worden tot een bloeiende buurtmoestuin. Zo’n tuin is ook goed voor de sociale cohesie en je brengt bewoners in contact met vers voedsel. Alleen weten veel mensen niet hoe ze moeten beginnen. Voor iedereen met plannen hiervoor ontwikkelden studenten van Wageningen UR een praktische handleiding: Buurtmoestuin? Zo gedaan!
Guerilla gardening
Guerrilla gardening is een stedelijk fenomeen waarbij burgers op eigen houtje meer groen in de stad proberen te brengen. In praktijk gaat het vaak om het opfleuren van een verwaarloosd lapje grond door een groepje vrienden of gelijkgestemde zielen. Guerrilla gardening is niet-commercieel, autonoom en draait uitsluitend op vrijwilligers.
Wellicht de makkelijkste manier om aan guerrilla gardening te doen is met behulp van de zogenaamde ‘zaadbommen’: Meng klei in poedervorm met potgrond (verhouding 1/2) en voeg zaad van wilde bloemen toe. Bevochtig tot je een kneedbare kleibol krijgt. Rol balletjes van 2 cm en laat ze een paar dagen drogen op een donkere plaats. Daarna kan je beginnen met bommen droppen! Gooi je balletjes niet waar gemaaid wordt maar op wat meer beschutte plaatsen waar ze niet vertrappeld of weggemaaid zullen worden.
Voordelen van stadslandbouw
Stadslandbouw kent een aantal belangrijke voordelen:
• minimale transportkosten: je verbouwt de groenten waar ze ook geconsumeerd worden
• super vers: ‘s middags geplukt en ‘s avonds op je bord
• volop (gratis) grondstoffen: groente- en fruitafval, koffiedik, karton en tuinafval
• kans voor specialiteiten: speciale gewassen, kruiden en ‘vergeten groenten’
• het biedt stadsbewoners de kans voedselproductie dagelijks te zien en te ervaren
• het vergroot de biodiversiteit in de stad
• meer ruimte voor natuur: de ‘voetafdruk’ van de landbouw nodig voor de stad neemt af
• de stad is gemiddeld warmer dan het platteland, dus een langer en beter groeiseizoen
• het koelt de stad: meer groen in de stad kan het ‘hitte-eiland’ effect doen afnemen
• het zuivert de lucht: in een groene stad zal de lucht schoner zijn
• het kan zowel op kleine schaal als op grote schaal toegepast worden.